Blog Ellen: Eerst maar eens zien dat ik wegkom…

Mijn tweede jaar bij Care for Natural in Gambia zit er alweer bijna op (en dan te bedenken dat ik maar vijf maanden zou blijven!). Als het allemaal doorgaat – en dat is door de Coronacrisis nog allemaal erg onzeker – vlieg ik 18 juli terug naar Nederland. De allerbelangrijkste reden om terug te gaan is omdat ik OMA word! Dat lijkt me ontzettend bijzonder! En sinds het regenseizoen is begonnen, verlang ik steeds meer naar de koele Nederlandse nachten…
Afgelopen nacht was (weer) vreselijk. Ik lag net in bed – in mijn airco-gekoelde slaapkamer – toen de stroom uitviel (alweer!). Er hoeft hier maar een regeldruppel te vallen en kortsluiting of wat dan ook zorgt ervoor dat hele delen van Gambia geen stroom hebben, urenlang… Zo ook afgelopen nacht en de nacht daarvoor en zaterdagnacht…. Liters zweet ben ik inmiddels verloren, ik snap niet dat ik inmiddels niet superslank ben…
Ach ja, er zijn ergere dingen.

Vorige week was is op een begrafenis van een Zweedse kennis P. Ik leerde hem een tijd geleden kennen op het strand bij Kuntah Kinteh, zo ongeveer de enige plek in Gambia waar je nog kan eten op het strand en waar het vergeven is van de ‘toubabs’. Zijn Zweedse vriend M kende ik al langer. We hadden leuke gesprekken (heel vaak over de zin en onzin van Covid-19 en over de voordelen van Moringa). Hij woonde al twintig jaar afwisselend in Dakar en Kololi en deed iets in de handel en kon daarover mooie verhalen vertellen. Een paar weken geleden gingen hij en zijn vriend mee naar Mariamakunda en ze waren diep onder de indruk van wat ze daar allemaal hadden gezien. Zo leuk om te horen dat ze zo enthousiast waren!

Een paar dagen later hoorde ik van M dat P een Banjul Belly had en niet naar het strand durfde te komen vanwege regelmatig hollen naar het toilet. Een week later was P. nog steeds ziek. Hij was naar het ziekenhuis geweest in L en daar hadden ze hem weggestuurd met medicijnen. Toen hij een dag later helemaal niets meer kon binnenhouden, hebben ze hem in het ziekenhuis in L opgenomen om vocht toe te dienen. Daardoor voelde hij zich blijkbaar weer opgeknapt en hij wilde per se naar huis. Dat was zondag. Dinsdagavond hoorde ik dat hij dood was! Overleden aan nierfalen…

Zijn toestand was zondagavond zo verslechterd dat hij met spoed naar een particulier ziekenhuis (M) is gebracht. Zijn nieren begaven het maar daar konden ze hem niet helpen en na het betalen van de gepeperde rekening werd hij met gillende sirenes naar Banjul gebracht. In het ziekenhuis daar stond een van de drie nierdialyse-apparaten die Gambia rijk is. Na het betalen van 8.000 dalassi bleek die machine al maandenlang niet meer te werken… In allerijl werd zijn Gambiaanse zakenpartner opgetrommeld – hij had het al een tijdje af laten weten vanwege hevige migraine (!) – want deze man was tenslotte degene die de nierdialyse-apparaten naar Gambia had gehaald… Hij zette alles op alles om een werkend apparaat naar Banjul te krijgen.

Uiteindelijk werd die levensreddende machine om acht uur ’s morgens in Banjul bezorgd. Voor Peter te laat, hij is die nacht een gruwelijke dood gestorven… Een schokkend verhaal, ik kon het gewoon niet geloven…

Drie weken na zijn overlijden werd uiteindelijk zijn lichaam vrijgegeven en kon hij worden begraven. Met een handjevol ’toubabs’ togen we naar een katholiek kerkje in Lamin. Daar stond de kist (een heel mooie!) voor de ingang van de kerk, met een open deksel! Een jongeman stond erbij om driftig de vliegen weg te wapperen. Heel bizar! Ik heb er heel snel een blik geworpen maar kon het niet aan en ben weggesneld… Het was zo wie zo een gebeurtenis die diepe wonden bij me openreet…

Een begrafenis roept bij mij altijd associaties op met de begrafenis van mijn geliefde man Jeroen, dat was dit keer niet anders… Met brandende ogen nam ik plaats in de houten kerkbank waar – na heel lang wachten – uiteindelijk de priester arriveerde. Tien minuten na het begin van de dienst kwam een cameraman binnen met een grote bouwlamp op zijn schouders. Met meters snoer achter zich aan, maakte hij opnamen van de dienst. Voor P’s dochter in Zweden, hoorde ik later, zodat ze er toch een beetje bij kon zijn… En gaandeweg de dienst, sloten steeds meer koorleden aan, zodat het slotlied stevig klonk, al met al een groteske aangelegenheid.

En dan het kerkhof… Daar was een soort betonnen bak in de grond gemetseld. De kist werd op twee houtjes gezet, de priester sprak – met zonnebril op – nog een paar woorden, zwaaide nog eens met wierook en gaf toen het sein om de kist te laten zakken. Geen tijd om persoonlijk even stil te staan bij de kist en onze – inmiddels verlepte – bloemen op de kist te leggen. Snel, snel gooiden we onze bloemen in het gat en toen begonnen een aantal mannen ijverig een laag cement op de betonnen bekisting te smeren. Ik keek mijn ogen uit. Wat was dit? Drie dikke, betonnen platen werden op het cement gelegd en alles werd glad afgestreken. Einde begrafenis!

Verbaasd vroeg ik een paar Gambianen waarom dat zo ging. Vanwege de dieren, zei de een, vanwege de dieven, zei de ander… Dat kunnen wij ons toch niet voorstellen? Dat een graf dichtgesmeerd moet worden omdat anders anderen misschien de kist jatten, of gaan kijken of er nog juwelen of andere kostbare zaken te halen zijn!

P’s zakenvriend nodigde ons uit voor de lunch. Een man van standing, zo bleek, een vrome moslim die veel geld geeft aan charity en die volgens zeggen fortuin heeft gemaakt met illegale handel in sigaretten en alcohol. Later bleek dat hij de kosten van de begrafenis en de lunch op zich had genomen. Had hij iets goed te maken!? Tijdens de lunch maakten we kennis met de huurbazin van P. Tijdens de dienst zat ze hartstochtelijk te huilen. Ze had twee prachtige dochters bij zich. Een van die dochters was de trotse eigenaar van een goudkleurige – vijf miljoen K kostende – Range Rover. Gekregen van een Britse oude heer… M vertelde dat de huisbazin en haar dochters zo verdrietig waren omdat met het verscheiden van P ook hun geldbron was opgedroogd. Het bleek namelijk regelmatig voor te komen dat de dame of een van haar dochters geen geld hadden om eten te kopen en dan vroegen ze het aan P. Ik was stomverbaasd! Maar die auto dan? Waar betalen ze die van? Waarom verkopen ze die niet? M haalde zijn schouders op en zei dat ze hier liever van de honger verrekken dan dat ze hun statussymbool verkopen. Aan de auto kunnen anderen aflezen dat zij het goed hebben, dat ze met de verkoop van de auto het veel beter zouden kunnen hebben, gaat er bij hen niet in… Zo intriest…

En dit is nog maar één verhaal van de vele schrijnende én hartverwarmende verhalen die er te vertellen zijn… maar dat komt nog een keer… daarvoor kom ik weer terug in november… Eerst maar eens zien dat ik hier wegkom😊

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *