Februari is voor velen de drukste maand hier in Gambia. Containers doen er nu maar liefst ruim drie maanden over om hier te komen, het komt het toerisme en de handel bepaald niet ten goede. Het is afwisselend bijzonder koud en als er woestijnstof in de lucht hangt – vaak een hele week – dan koelt het ’s avonds niet af en is het abnormaal warm. In die dagen worden we dan plots overladen met grote vliegen en vreemd uitziende muggen.

Afgelopen week ben ik een tijdje bezig geweest om een prachtige, grote hommel te helpen nadat die een noodlanding maakte en uitgeput leek. Maar niets mocht baten… het prachtige dier ging dood. Vanmorgen vond ik eenzelfde grote hommel, naast de drinkbak van de dieren en ook die blies zijn laatste adem kort erna uit. Bij ons thuis gebeurde een aantal weken geleden hetzelfde, twee schitterende hommels gingen enkele dagen na elkaar dood. Waarom is dit? Wat is er aan de hand?
Onze bijen… toen we in december onze inspecties begonnen van alle kasten, vonden we in een aantal kasten honing. We besloten dat nog even te laten zitten totdat we alle kasten bezocht hadden en we wilden een deel van januari afwachten om te zien hoe het klimaat zou zijn.
Toen we eind januari vol goede moed de betreffende kasten openden, met naast ons grote emmers voor de honingraten, ontdekten we dat er geen gram honing meer over was. De bijen hadden alle noodrantsoenen opgemaakt om hun baby-broed warm te houden, als brandstof dus. Daar maken ze het natuurlijk ook voor.
Dat was een zure appel!
Maar wat een geluk dat we de honing niet eerder hebben geoogst hebben want dan hadden de bijen hun taken niet kunnen uitvoeren en waren en tienduizenden baby-broed-larven gestorven door onze gulzigheid.



In Tujereng staan tien volken die we niet kunnen helpen door onder de kasten schoon te maken wat we in Mariamakunda wel doen. Het dikke pak bladeren geeft zo torren, spinnen en mieren alle gelegenheid aan om dicht bij de kasten te komen zonder dat de bijen het zien aankomen. In twee kasten waren de raten van de volken die de strijd tegen het ongedierte niet hebben overleefd, totaal verpulverd door nieuwe volken die bezit hadden genomen van de kasten. Zij hadden met z’n duizenden de zieke boel opgeruimd, alles tot piepkleine korreltjes afgebroken en hadden al het vuil op de bodem aan een kant gestapeld, terwijl ze aan de ander kant, waar het spik en span was, hun nieuwe raten hadden gemaakt. Geweldig!! Hoe slim! En hoe mooi! Hoe vele bijtjes zo’n giga klus aankunnen, knap werk!!
Een kast in Mariamakunda is door eekhoorns in beslaggenomen als kraamkamer. Ze beten zich een weg naar binnen door het veel te zachte Europese hout en trokken vele takken met bladeren naar binnen. De bijen worden tureluurs van al dat vuil en raken overspannen. Ze ruimden het veld en de eekhoorns hebben er een prachtig huisje… We laten het maar even zo. Want al zijn de eekhoorns een vervelende factor voor wat betreft de schade die ze aanbrengen, zij horen bij het geheel dat natuur heet.

Lobbes is die blonde, mooie viervoeter die anderhalf of twee jaar geleden door maden werd aangevallen en bijna overleed. Ik vond hem op straat in trieste toestand en kon geen eigenaar vinden. We hebben hem in de auto geladen, hij was te verzwakt om het bewust mee te maken, en hem naar The Gambian Horse & Donkey Trust gebracht. Daar is hij ruim twee maanden met veel liefde verzorgd nadat zijn oor is geamputeerd. Daarna hebben wij hem teruggezet bij zijn vriendin Mini. Sindsdien verzorgen we hun oren en krijgen ze dagelijks een dikke maaltijd van vlees en rijst, veel knuffels en een snack, steeds als ik erlangs rijd op en neer naar mijn kantoor.
Sinds vorige week was mijn neef Thijs op bezoek en toen ik hem Lobbes en Mini wilde voorstellen kon ik hem niet vinden. Dat duurde tien dagen! Achter iedere deur hebben we hem gezocht, iedereen kent Lobbes en iedereen had het te doen met Mini die doelloos rondliep en maar voor onze poort thuis kwam zitten om hulp te vragen en vriendjes te maken met Teddy, een nog knappere, blonde viervoeter.

Mijn biologische moeder, Sya, overleed vrij plotseling op 5 februari, ik ben zo spoedig als ik kon naar Italië gereisd en ben een week later teruggekomen. Voor mijn gevoel staat alles op de kop, ik kan er nog niet aan wennen dat het echt zo is, dat ze er niet meer is. Dat gevoel zullen velen van jullie herkennen. We kunnen met de dood slecht omgaan.
Sya was minstens zo gek op dieren als ik ben. Ik heb haar gevraagd of ze, als ze dat zou kunnen, wilde helpen om Lobbes te vinden, levend of dood, zodat we in ieder geval weten waar hij is. Enkele uren later belde onze watchman me op, hij had Lobbes gevonden, levend! Hij stond met een kapot stuk ezelhalster om zijn nek, vastgebonden, veel te strak was aangetrokken met metalen draden, aan een stukje lijn van vijftig centimeter, dat was vastgespijkerd aan de muur van een lege compound.
Wie doet zoiets? We hebben hem een koningsmaal gegeven en enkele uren erna nog maar eens, hij was timide en een beetje depressief. Dit was afgelopen zaterdag. Zondag heeft hij veel geslapen maar was hij nog steeds niet zichzelf. Maar vanmorgen toen hij me zag, ging ie door het lint van blijdschap. Mijn auto heeft er zeker 80 krassen bijgekregen maar… Lobbes en Mini zijn weer vrolijk aan het dollen en entertainen de buurt met hun bezoekjes hier en daar.
Iedere avond krijgen ze eten bij ons. Ik ga nu een halsband voor hem vlechten waardoor mensen kunnen zien dat hij van iemand is maar ik maak ‘m zo los dat als ze hem willen vastpakken, de halsband losschiet.
De Aloë Vera Training Manual is af, het is gelukt, ik schat dat het 115 pagina’s bevat, dat zal pas echt duidelijk zijn als de vormgeefster het onder handen heeft genomen. Dat gaat deze maand hopelijk gebeuren. Grote dank aan Ellen, onze secretaris, die hier maandenlang op kantoor met engelengeduld zat te wachten tot we weer even verder konden gaan tussen de dagelijkse, chaotische gebeurtenissen op ons kantoor. Geen uur, geen kwartier of geen minuut dat er niets aan de hand is op ons kantoor… maar ondanks dat, beslist door haar volhardende en niet aflatende ondersteuning en professionele kennis is het uiteindelijk tot stand gekomen. Ook Danny Piens, een kennis die we via via hebben leren kennen, ervaren in het Belgische NederoverHeenbeek militair-brandwondencentrum, heeft zich enorm ingezet om te helpen met veel zaken zoals de juiste foto’s maken, suggesties aandragen voor veel andere keuzes die moesten worden gemaakt, methodieken te verzamelen en documenteren, enz. Het is gelukt! Het zal in het Engels worden uitgegeven.
Charles zijn voet gaat goed, hij werkt hard in Mariamakunda en hij is zo ongelooflijk blij dat hij eindelijk, na jaren in auto’s enz. te hebben geslapen, eindelijk een echt huis en een baan heeft.
Ons team in Mariamakunda is blij met hem. Kebba en Ollie behandelen zijn enkelwond en het gaat de goede kant op.
P.s.7-03-25 Hij kreeg gisteravond bericht dat zijn moeder overleed. Ze werd gebeten door iets, geraakte in het ziekenhuis ( reken erop dat dat veel te lang geduurd heeft als het b.v. om een anafylactische shock ging). Voor het eerst sinds hij weg van huis is, stuurde hij het weekend geld van zijn eerste salaris om zijn moeder te helpen. Hij is er kapot van en liet in zijn verdriet zijn telefoontje vallen waardoor hij nu via anderen met zijn jongere zusjes moet communiceren. We vangen hem uiteraard met zijn allen op, zo goed als we kunnen!
Het behandelen van onze brandwondenpatiëntjes gaat soms gepaard met verdriet en soms met veel plezier. We hebben een paar heel fijne patiëntjes gehad van wie de ouders zo opgelucht en dankbaar waren voor de snelle en pijnloze genezing, dat ze ons dagelijks ‘bombarderen’ met gebeden en wensen via Whatsapp, ze missen geen dag!




Vrijwilligster Diny heeft een mooie toevoeging gedaan op onze Aloë Vera Pouch methode. De methode die we gebruiken als we hoofdjes of borstkasjes of billen moeten verbinden. Aloë is glibberig en lastig aan te brengen op bewegende, vaak bange patiëntjes met grote verwondingen. Diny naait de pouches voor ons in alle maten voor alle voetjes, handjes, rompjes, billen, hoofdjes enz. In plaats van Heka gaasjes 10 x 10 te gebruiken die relatief duur zijn, heeft ze een mooi alternatief bedacht van puur katoen, goedkoper en eenvoudiger te naaien zonder dat de draden vastlopen in de machine.
Als we een nieuw patiëntje krijgen, die bijvoorbeeld een voetje, een onderarmpje en een handje en een schouder en een stukje van zijn buik verbrand heeft, dan selecteren we alle pouches die per behandeling nodig zijn. We leggen ze op een zakdoek en strijken die samen. Dan vouwen we de zakdoek in stappen tot een pakje en we strijken bij iedere stap. Vervolgens gaat het in een zip-lock zakje met de naam van de patiënt erop, steriel en klaar voor de volgende behandeling. Als je niet rijk bent in mogelijkheden, moet je praktisch en slim zijn, nietwaar?
Jacqueline konden we maar moeilijk laten gaan. Ze heeft weer van alles gedaan, van gordijnen naaien voor Busy Bee Nature Residence, tot planten helpen water geven, alle behandelingen ondersteund, enz., enz. Ze is gisteren vertrokken en er zijn heel wat tranen gelaten bij het afscheid.
We hopen dat ze snel weer terugkomt.



We werden blij verrast door het bezoek van Jeanne en Mart-Jan Snoek uit Stolwijk. De Hervormde gemeente van Stolwijk is al veel jarenlang onze bondgenoot en heeft door hun jaarlijkse ondersteuning, waar we altijd op kunnen rekenen, veel helpen realiseren. We kregen een ongelooflijk mooie gift via hen van het Christen Contact Agrarisch en van gemeenteleden waardoor we de zekerheid hebben weer maanden door te kunnen met het opvangen van brandwondpatiëntjes. Want dat blijft altijd een vervelende onzekerheid, om nooit te weten of we over zes maanden ook nog verder kunnen. Het is een fijne wetenschap dat op afstand mensen die we persoonlijk soms niet eens kennen, geloven in wat we doen en bereid zijn te helpen.

De uitdagingen komen vaak een veelvuldig. Vooral mijn eigen persoonlijkheid en het niet kunnen omgaan met onrecht is een gevaar voor mezelf en mijn omgeving, dat ik soms niet kan bedwingen. Vanmorgen ben ik helaas door het lint gegaan tegen een ezeleigenaar. Ik heb mijn auto dwars over de weg geparkeerd en ben hem te lijf gegaan. Niet verstandig, totaal onverantwoord, maar als het me zwart voor de ogen wordt, doet dat er allemaal niet meer toe… Helaas heb ik nog niet bereikt wat ik hoopte te bereiken. Het rotjoch moet gearresteerd worden. Het is Ramadan, de vastenmaand, en nog moeilijker dan ooit om mensen(politie) in beweging te krijgen om actie te ondernemen, vooral omdat het ‘slechts’ om een ezel gaat. Maar ik kan niet slapen voordat dit joch wordt aangepakt. Er moet een manier zijn om dit geweld te stoppen! We kunnen niet allemaal schuilen achter het veelgehoorde “Je kan niet alles oplossen, je kan niet alles veranderen. Tja, zo gaat dan nu eenmaal in dit land”, en meer van dit soort uitspraken. Want als we allemaal toegeven aan wat dit soort draken doen, dan komen er nooit veranderingen. En ik ben niet op deze aarde gezet om dierenleed oogluikend te kunnen accepteren als het zich voor mijn neus afspeelt. Iemand moet de eerste actie ondernemen, soms met alle gevaren van dien, voordat anderen durven te volgen. Het feit dat velen me voor gek verklaren en het anders zien… begrijp ik heus en het spijt me ook vreselijk voor David die nooit weet wat hem boven het hoofd hangt, maar het maakt niet dat ik er beter tegen kan… We zijn hier allemaal met een ander taakje… ik denk dat dit tot de mijne behoort, helaas. Want natuurlijk woon ik in een verkeerd land en is de uitdaging zo groot als tien reuzen, waar ik minder dan een de grootte van een bij vertegenwoordig maar… al maakt één bijtje geen indruk, als ze 1000 medestanders krijgt, gaan de grootste reuzen rennen voor hun leven! En net als de bijen, ga ik liever actief strijdend ten onder dan dat ik op mijn lauweren rust onder de mangoboom, klagend over wat er allemaal mis is in de wereld.
Maar eerlijk is eerlijk, ook ik word vaak moe van mezelf.
Dus probeer ik vooral te focussen op wat ik wel kan…
Onze volgende uitdaging is het dak van de Umbrellahut/kliniek te vervangen en verband aan te vullen voor de komende patiëntjes, het kapotte aanrecht in de kliniek te vervangen en de kraan, het slot in de deur doet het niet en er moeten twee tegels terug op de muur gezet worden. Ook het wachtbankje voor de patiëntjes is door boomwortels gespleten waardoor de gevaarlijk scherpe, gebroken tegels het bankje onbruikbaar maken. De dakgoot moet bijgesteld worden want het water valt nu voor de deur van de behandelkamer. Kortom, we stropen de mouwen dagelijks op en doen ons uiterste best om de obstakels te beperken en wat wel kan, te realiseren!